In het maandelijkse schrijfcafe in het Vreedehuis onder leiding van Miranda Scheperboer kregen we de opdracht een woordspin (associaties) te maken rond het woord ‘Winter’.
We lazen in kleine groepjes onze woordspin aan elkaar. Confronterend was het voor mij toen ik iemand uit mijn groepje het woord, haar associatie ‘daklozen onder de brug’ hoorde zeggen. Daar had ik niet aan gedacht bij mijn woordspin, alleen maar aan mijn eigen ‘bubbelwinter’. Daar schreef ik als reactie over, met de vraag:
Wat doe ik eigenlijk voor daklozen?
Heel weinig, constateerde ik, we geven een bedrag aan het Leger des Heils, en geven regelmatig iets aan de straatkrantverkopers. Dat is het.
Ik moest denken aan een van mijn zonen die bij de supermarkt in gesprek is geraakt met een dakloze man (Andrew) die voor zijn collega-daklozen soep ophaalt en dagelijks koffie en soep rondbrengt.
Hij wist te vertellen dat waar je daklozen echt mee helpt een (afgedankt) mobieltje is. Daarmee kunnen ze toegang tot de maatschappij krijgen. Ze kunnen anderen en de gemeente bellen, hebben een mobiel nummer en kunnen daardoor gebeld worden. Deze man vertelde dat wanneer een dakloos persoon een mobiel heeft, deze soms al na twee weken niet meer dakloos is.
Hij zelf had deze ambitie nog niet, hij had een mobiel, en ‘koos’ voor dit leven op dit moment om anderen te kunnen helpen.
Mijn zoon vraagt nu aan zijn omgeving of ze hun oude mobieltjes aan hem willen geven zodat hij ze opgeladen aan Andrew, de helpende dakloze, kan geven.
Als je een oud mobieltje hebt, laat het me weten, dan zorg ik dat ze bij de juiste mensen komen.
Bekijk het filmpje waarin Andrew te zien is:
https://www.omroepwest.nl/nieuws/4375528/dakloze-andrew-geeft-hulp-aan-andere-daklozen-zij-hebben-het-slechter-dan-ik