13 Heilige Nachten

Hieronder staan een paar artikelen over de 13 Heilige Nachten waar ik me al een aantal jaren mee verbonden heb. Herkomst staat erbij.

  1. Lezing “De tijd van de heilige nachten”  door Bastiaan Baan 
    “Vanouds is de Kersttijd een ‘uitgespaarde’ tijd in het jaarverloop. Een periode om terug te kijken met het oog op de toekomst.” Uitgespaarde tijd is een andere term voor gewijde tijd (“Weihnachten”).  Tijd die apart gehouden is uit het dagelijkse om tot herijking van ons leven te komen. In deze tijd kunnen wij na gaan of wij het licht dat tot de aarde komt optimaal toelaten en vormgeven in ons leven. Om na te gaan wat het afgelopen jaar ons geleerd heeft en wat dit leerproces voor de invulling van het komende jaar zou kunnen betekenen. 
    De kersttijd loopt van 24 december t/m 6 januari en behelst daarmee 12 dagen en 13 nachten. De valkuil is dat we denken dat met 31 december de kerst voorbij is. Wanneer je deze tijd als een overkoepeling kunt zien, zal je hem ook anders beleven. 
    Bastiaan Baan schetst hoe de natuur en de natuurwezens zich voorbereiden op de komende kersttijd: “Spoedig schijnt de zon in de aarde”. Hoe kun je dit gewaarworden, vraagt hij zich af, hoe kan een mens dat beleven? Het prettige is dat hij in z’n lezing concreet wordt en in dit geval aangeeft dat we op kerstavond de natuur in moeten gaan, “dan kun je iets gewaarworden van het huwelijk tussen hemel en aarde, tussen de geestelijke en de materiële wereld”. 
    Heel bijzonder was de manier waarop de kerstdagen in het NU werden geplaatst. Het accent lag niet op de ontroering die het pasgeboren kind bij ons oproept. Nee, het belangrijkste is het licht dat in de kerstdagen vanuit de kosmos opnieuw contact maakt met de aarde. De uitdaging is elke kerst: het licht in de aarde zien stralen. Dit licht is onontbeerlijk voor de voortgang van al wat leeft op aarde. Het is een wonder dat dit jaar in jaar uit opnieuw gebeurt. Maar wat we vieren is dat ook dit jaar het licht weer naar de aarde komt. Daarmee wordt kerstmis opeens (weer) een actueel feest. 
    Volgens Steiner is de kersttijd een gunstige tijd voor meditatiewerk en het is een gunstige tijd om een ‘luisterend leven te leiden’: innerlijk stil en ontvankelijk te worden en nieuwsgierig wat deze tijd van de heilige nachten je te bieden heeft.

Er is nog meer: het is de tijd van vragen te stellen (hiervoor kun je je dromen gebruiken en een dromenboek bijhouden) en het is de tijd om terug te kijken op het afgelopen jaar met het oog op de toekomst. Naast de gebruikelijke terugblik iedere dag kan in deze tijd een grote terugblik plaatsvinden (wat heeft zich voltrokken het afgelopen jaar?) om zonodig je koers bij te stellen. Een terugblik is niet mogelijk zonder herinnering. Doorgaans hebben we een passieve houding t.o.v. onze herinnering; de vraag is hoe we onze herinnering kunnen cultiveren. 
Bastiaan Baan geeft drie stappen aan voor deze grote terugblik en deelt zijn persoonlijke vorm: 
1. Een uiterlijke reconstructie maken van de gebeurtenissen, zo helder en exact mogelijk. 
Hiervoor heb je je agenda nodig. Je bladert hem door en vraagt je af: wat gebeurde daar, wat is je overkomen en wat heb je doelbewust zelf gekozen. En ook: wat is de verborgen agenda van de gebeurtenissen die je zijn overkomen, is er een rode draad?
2. Herinneringen niet alleen voorstellen, maar ook doorvoelen. Bv. tien minuten nog een keer doorleven en ze dan weer ‘stallen’. 
Hij stelt zichzelf de volgende vragen: kan ik nu doorvoelen hoe ik dat deed, stortte ik me in het avontuur of heb ik gewikt en gewogen, hoe reageerde ik op gebeurtenissen die me overkwamen: opstandig of als een gelegenheid om een stap voorwaarts te doen.
3. Kan ik uit het voorafgaande een wilsbesluit maken? 31 december zit precies in het midden, de zes dagen ervoor kun je terugblikken, de komende zes dagen kun je je richten op de toekomst.
Wat is de opgave voor het komende jaar, is er een motto? ‘Ik kan even helemaal bij mijzelf komen, terug naar m’n intenties. Van m’n dagelijkse agenda naar m’n agenda die ik had voor ik geboren werd, m’n kosmische agenda.”
Verslag Marion Kuipéri

2. Mieke Mosmuller geeft antwoord op de vraag waarom de 12 Nachten tot 13 Heilige Nachten zijn geworden:

Dertien Heilige Nachten  door  Mieke Mosmuller
“Hoewel het lawaai in de buitenwereld steeds sterker wordt, kunnen we ook een op handen zijnde stilte ‘horen’.

Te dragen geestlicht in de wereldwinternacht
Daarnaar streeft zalig de drijfveer van mijn hart,
Dat lichtend zielenkiemen
In wereldgronden wortelen,
En goddelijke Woord in het zintuigdonker
Verlichtend al het Zijn doorklinkt.
(Rudolf Steiner, Weekspreuken)

De inspiratie van de ziel, de band tussen ziel en lichaam word in de midwintertijd volmaakt. Deze inademing, die in de zomer reeds begon, wordt compleet en aarde en mens houden de adem in tot in het nieuwe jaar, na Epifanie of Driekoningen, de uitademing weer begint. In de oude Germaanse kalender telde men twaalf maan-maanden van elk 29,5 dag. In totaal telt men dan 354 dagen. Het onderscheid met het zonnejaar bedraagt 11 dagen en 12 nachten. De mensen voelden dat in deze overgebleven dagen de goddelijke orde zich terugtrok, het waren als het ware lege dagen en nachten, begonnen om middernacht 24/25 december en eindigend om middernacht 5/6 januari. Gedurende deze periode gluurde de duisternis en zon op een moment om de demonen de macht te laten overnemen. Het volk kende allerlei maatregelen om zich te beschermen: veel lawaai maken, kaarsen branden, vuurwerk, wierook en nog veel meer.

Maar toen kwam de tijd dat er een kind geboren werd, in deze midwintertijd – midwinter voor het betreffende halfrond. Het werd geboren om ons voor altijd en altijd te beschermen, in alle tijd van eenzaamheid van de aarde en de mens, zo lang als zij beiden zullen samen leven. Sindsdien zijn de nachten dertien in aantal geworden, vanaf de avondschemering op 24 december tot aan de volle dag van 6 januari. Zij zijn heilig geworden, want Christus en de aarde zijn in deze dagen en nachten het dichtst bijeen.”

3. De 12 Heilige nachten. Tekst: Calista van Amerongen Jaarfeesten 
“Dromen tijdens de Twaalf heilige nachten
De Twaalf heilige nachten kennen wij tegenwoordig als de nachten tussen 25 december en 6 januari, de tijd die de drie koningen nodig hadden om vanuit het oosten aan te komen in Bethlehem, waar in de kerstnacht het kind Jezus was geboren. En precies midden in deze periode vieren wij onze jaarwisseling. Deze opvatting is echter pas na de kerstening ontstaan. De impact van de Twaalf nachten is in vroeger tijden veel groter geweest dan wij in onze tijd nog ervaren. Misschien wordt het tijd eens te luisteren naar wat onze voorouders over deze heilige nachten te vertellen hebben. 
De Twaalf nachten waren al een begrip bij onze verre voorouders. Deze heidenen kenden geen nieuwjaarsdag. Zij vierden de overgang van het oude in het nieuwe jaar met een feestperiode van twaalf dagen en nachten. Zeer waarschijnlijk is Oud & Nieuw zelfs het oudste feest ter wereld dat in verschillende tradities op evenzo verschillende wijzen wordt gevierd. Bij de Germaanse volkeren lag het hele maatschappelijke leven gedurende die twaalf dagen en nachten stil. Gebeurde dit niet, dan geloofde men dat dat ongeluk bracht. Er mocht geen graan gedorst worden, omdat anders al het koren zou bederven zover als men het dorsen kon horen. Men moest niet uit een open bron drinken, hoesten moest men in een bak, een emmer of een ton, omdat het anders ziekte zou brengen en een vader mocht zijn kind niet uit het oog verliezen, omdat het anders zou veranderen in een watervat of tobbe. Ook tussen vijanden heerste in deze dagen een wapenstilstand, die vaak zelfs wettelijk verplicht was, en in de huishoudens gold het als het oproepen van onheil, wanneer men tijdens deze twaalf dagen en nachten de was deed, brood bakte of peulvruchten at. 
Voorspellingen
De twaalf dagen tussen Kerst en Driekoningen heetten in vroegere eeuwen ook wel ‘lotdagen’. Om de toekomst te kennen begaf men zich tijdens deze dagen zwijgend naar een wegenkruispunt waar men luisterde en lette op voortekens die zowel het weer als ook andere gebeurtenissen aanduidden. Het woord ‘lot’ duidt hier niet op noodlot, maar wordt gebruikt in de oude betekenis van ‘luister’. Elke nacht gaf een voorspelling voor een van de komende twaalf maanden. Dromen tijdens de Twaalf heilige nachten zouden hetzelfde voorspellende karakter hebben. Oeroude overleveringen verhalen van geesten van de gestorvenen die in de nachten de levende mensen bezoeken. 
Zielservaringen
Volgens de antroposoof Rudolf Steiner waren het juist deze natuurmensen uit vroegere tijden die nog verbinding hadden met de kosmos. In een voordracht uit 1913 zegt hij dan ook dat er in de volkspoëzie nogal wat te vinden is ‘over ziele ervaringen tussen Kerstmis en Driekoningen. Dat is de tijd dat de grootste duisternis zich, onmiddellijk na de zonnewende, over de aarde heeft verspreid. Als de zon na haar diepste onderdompeling dan weer aan haar zegetocht begin, kan met de bevrijding en verlossing van de natuur ook de menselijke ziel heel bijzondere ervaringen hebben.’ Wij, in onze verstedelijkte samenleving, hebben die verbinding met de natuur allang verloren. Toch zou je, als je je er bewust van bent, kunnen ervaren dat deze Twaalf nachten anders aanvoelen dan andere nachten. 
Tijd voor bezinning
Ook vanuit astrologisch oogpunt zijn de Twaalf heilige nachten van oudsher in onze cultuur een bijzondere tijd. Zij vormen de dagen die ons zonnejaar van 365 dagen laat aansluiten op het maanjaar van twaalf maanden. De synodische maanomloop, dat wil zeggen de tijd van bijvoorbeeld volle maan tot volle maan, bedraagt 29,5 dag. Twaalf maal 29,5 is 354; een verschil van elf dagen. Deze werden gezien als restdagen, als extra tijd. Tijd voor bezinning, om even terug te houden. We kunnen dat ook zien in de ontwikkeling van de lengte van de dagen. Met midwinter, 21 december, hebben we de langste nacht en de kortste dag, waarna de dagen in principe weer gaan lengen. We zien dan echter dat de lengte van de dagen rond kerst een aantal dagen lang vrijwel constant blijft. Net alsof ook de zon even op de plaats rust houdt.”

Stukje van Frans Lutters:

Auteur: Frans Lutters
“Zo kunnen de Heilige Nachten jaarlijks een periode van bezinning (verleden) en bezieling (toekomst) vormen. Je kunt de ‘tijd van de heilige nachten’ ingaan met een persoonlijke vraag, een ‘levensvraag’ waarmee je worstelt, of een vraag ‘aan de toekomst’. Een klein ritueel kan je helpen om in een passende, ‘innerlijk verstilde stemming’ te raken/blijven op de momenten dat je met deze (of andere vragen) probeert te leven. De tijd voor het slapen gaan en na het wakker worden zijn van belang…Brand iedere avond een kaarsje en wees stil. Kijk met aandacht naar een mooi beeld (kunstwerk, ansichtkaart, ikoon), lees iedere avond in een passend boek, stukjes uit het Nieuwe Testament, of een andere inhoud die voor jou essentieel is. Noteer na het wakker worden de stemming waarin je ontwaakte, beelden, dromen of gevoelens waarmee je wakker werd. Proef in jezelf juist in deze dagen en nachten: aan welke mensen moet ik ‘opeens’ denken, wie komt er op mij toe (met een telefoontje, een brief, of in je bewustzijn); komt er in je naar boven dat je dit-of dat met die-of-die persoon juist nu toch echt wil regelen/goed maken/in beweging brengen?”

Boeken hierover van onder meer Loek Dullaert, Roland van Vliet, Guusje Kieft, Inge Kraak
En in dit artikel is ook veel te vinden